Terugblik op Tweede Kamer debat over Wtta
Op woensdag 12 maart 2025 vond in de Tweede Kamer een uitgebreid debat plaats over de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta).
Het debat benadrukte de complexiteit van het invoeren van een toelatingsstelsel voor arbeidsbemiddelaars. Hoewel er steun is voor de doelstellingen van de wet, blijven er zorgen over de uitvoerbaarheid, administratieve lasten en rechtszekerheid. Bedrijven die onder de Waadi vallen, dienen zich bewust te zijn van deze ontwikkelingen en de mogelijke impact op hun bedrijfsvoering.
De Tweede Kamer steunt de Wet toelating terbeschikkingstelling arbeidskrachten (Wtta) in grote lijnen, maar plaatst kanttekeningen bij de uitvoering. Tijdens het debat met minister Van Hijum (SZW) kwamen zorgen naar voren over handhaving, rechtszekerheid en de oplopende kosten.
Een belangrijk discussiepunt is de mogelijkheid van een sectorbreed uitzendverbod bij structurele misstanden. Sommige partijen pleiten voor een dergelijke maatregel, terwijl de minister dit voorbarig vindt en eerst nader onderzoek wil afwachten. Ook de rechtsbescherming van bonafide uitzendbureaus is onderwerp van debat. De VVD stelt dat het ontbreken van een opschortende werking bij bezwaarprocedures tot problemen kan leiden, terwijl de minister waarschuwt dat dit misbruik in de hand zou kunnen werken.
Daarnaast is er kritiek op de stijgende kosten van het toelatingsstelsel. De leges, aanvankelijk geraamd op €490, zijn inmiddels opgelopen tot maximaal €2.800. Ook de inspectiecapaciteit blijkt een knelpunt. De minister erkent dat niet alle bedrijven direct gecontroleerd kunnen worden en verwacht dat het nog twee jaar duurt voordat de inspecties volledig operationeel zijn. In de tussentijd kunnen bedrijven onder voorwaarden blijven opereren, bijvoorbeeld met een SNA-certificaat.
Sommige Kamerleden betwijfelen of deze daadwerkelijk bijdraagt aan de bestrijding van malafiditeit in de uitzendsector. Alternatieve voorstellen, zoals een grotere rol voor de Arbeidsinspectie en uitbreiding van G-rekeningen, worden als mogelijk effectievere oplossingen naar voren gebracht. De minister blijft echter overtuigd van de kracht van het stelsel, waarin publieke regulering en sectorverantwoordelijkheid samenkomen.
Op 27 maart wordt het debat voortgezet.
Bron: Flexnieuws
Normec VRO staat achter de invoering van de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta), gezien het primaire doel om de bescherming van werknemers te verbeteren en een gelijk speelveld binnen de sector te waarborgen. Het tegengaan van malafide partijen blijft hierin een cruciale pijler. Tegelijkertijd benadrukken wij het belang van een evenwichtige handhaving, waarbij bonafide ondernemingen niet onnodig hun toelating verliezen door een te strikte controle op administratieve details.
“Het is essentieel om te onderkennen dat malafiditeit niet enkel wordt bestreden door het toevoegen van extra normeisen binnen het normenkader. Hoewel dergelijke toevoegingen relevant zijn, is het de synergie tussen verschillende maatregelen, in combinatie met een effectieve samenwerking tussen publieke en private partijen, die daadwerkelijk het verschil zal maken”, zegt Julisa Fereijra-Phelipa, Business Unit Director van Normec VRO.
Het loonverhoudingsvoorschrift is een voorbeeld van een element dat binnen het nieuwe Wtta-normenkader een prominente rol speelt. Echter, de handhavingsbevoegdheid van de Nederlandse Arbeidsinspectie blijft in de praktijk beperkt tot het wettelijk minimumloon (WML), wat vragen oproept over de effectiviteit van toezicht op bredere loonverhoudingen.
Normec VRO blijft zich inzetten voor een gedegen en uitvoerbaar toelatingsstelsel dat enerzijds bescherming biedt tegen malafide praktijken en anderzijds voorkomt dat goedwillende bedrijven onnodig worden benadeeld door disproportionele regelgeving.
