Het toepassen van de LTO indexcijfers

23 02 2021 | Gemiddelde leestijd: 3 min

Door Julisa Fereijra-Phelipa Business Unit Director Normec VRO

De extra kosten voor levensonderhoud

Het leven in Nederland kan duurder zijn dan het leven in het land van herkomst van inkomende werknemers die tijdelijk in Nederland komen werken. Deze kosten worden extraterritoriale kosten genoemd, waarvoor een gerichte vrijstelling geldt.

In het convenant, dat in het kader van de extraterritoriale-regeling is gesloten tussen de uitzendbranche en de Belastingdienst, wordt vermeld dat extra kosten (voor levensonderhoud buiten het land van herkomst) aannemelijk gemaakt kunnen worden aan de hand van een algemeen aanvaarde en objectief vastgestelde index die is opgemaakt op basis van vastgestelde prijsverschillen tussen het land van herkomst en Nederland.

In de praktijk komen we nog wel eens tegen dat ondernemingen die niet lid zijn van LTO Nederland haar indexcijfers hanteren dan wel toepassen als een algemeen aanvaarde en objectief vastgestelde index ten behoeve van het vaststellen van de kosten voor levensonderhoud. Immers, LTO Nederland heeft hierover in een convenant afspraken gemaakt met de Belastingdienst.

Maar kan dit nu zondermeer?

Ik heb gemerkt dat hier in de praktijk verwarring over bestaat en er daarnaast diverse opinies over bestaan, waarbij de één zegt dat het niet zonder goedkeuring van de Belastingdienst kan en de ander juist zegt dat een ieder zich bij deze afspraak mag aansluiten, omdat het prijspeil in de diverse landen niet afhankelijk is van de functie die iemand uitoefent of de CAO waaronder een werkgever valt.

Normec heeft haar klanten er volledigheidshalve wel altijd op gewezen dat de indexcijfers van LTO Nederland enkel toepasbaar zijn op haar leden. Wanneer je beslist deze toch toe te passen, zul je (indien van toepassing) aan de Belastingdienst moeten kunnen aantonen dat de feiten en omstandigheden gelijk zijn aan een LTO-werkgever.

Voor ons reden om hierover navraag te doen bij twee verschillende Belastingkantoren om zo enigszins helderheid te verschaffen in de ontstane verwarring. Hierbij werden o.a. de onderstaande punten extra belicht:

  • Mag dit zondermeer of is hiervoor expliciete toestemming van de Belastingdienst nodig?
  • In de praktijk zijn we reeds een aantal door de Belastingdienst verstrekte goedkeuringen tegengekomen. Dient dit nog steeds per onderneming afzonderlijk ingediend te worden of is er inmiddels sprake van één algemeen beleid waar elke onderneming zich bij aan kan sluiten?

Beide kantoren hebben nagenoeg dezelfde reactie gegeven en deze luidde als volgt:

De afspraken die zijn gemaakt tussen LTO (voor haar leden) en de Belastingdienst, voor het toepassen van een cafetariaregeling voor seizoenarbeiders die tijdelijk in Nederland werken en verblijven, en op een fiscaal gunstige manier kunnen worden uitgeruild, zijn enkel toepasbaar op LTO leden.
Indien een werkgever die geen lid is van LTO zich op deze afspraak wil beroepen, dan kan hij een verzoek aan de competente inspecteur doen. Hierbij zal de werkgever moeten aantonen dat de feiten en omstandigheden gelijk zijn aan een LTO-werkgever. Om deze reden kan er geen algemene goedkeuring gegeven worden op de afspraken die tussen LTO en de Belastingdienst zijn gesloten.

Onze inspecteurs zullen u hier dan ook van op de hoogte stellen dan wel op wijzen, wanneer zij dit tijdens de SNA en/of Cao inspecties tegenkomen.

footerafbeelding

Hulp nodig met certificering in uw branche?

Neem contact op met onze specialist.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

footerafbeelding

Op de hoogte blijven? Meld u gratis aan voor de nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Menu